dateren

dateren
{{dateren}}{{/term}}
I 〈onovergankelijk werkwoord〉
[stammen uit een periode] dater (de)
[verouderde indruk maken] dater
voorbeelden:
1   deze kwesties dateren van jaren geleden ces problèmes ne datent pas d'hier
2   dat toneelstuk is gedateerd c'est une pièce de théâtre qui date
II 〈overgankelijk werkwoord〉
[van datum voorzien] dater
voorbeelden:
1   gedateerd zijn op porter la date du

Deens-Russisch woordenboek. 2015.

Игры ⚽ Нужна курсовая?

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”